Heel wat beleggers zouden zichzelf op een tweetal onbewuste denkfouten kunnen
betrappen. Twee denkfouten overigens die bijzonder hardnekkig blijken.

Economische groei niet gelijk aan aandelenwinst
Voor nogal wat beleggers geldt dat zij voor de komende jaren nauwelijks
economische groei voorzien. Om die reden worden aandelen gemeden. Kennelijk
wordt verondersteld dat er een duidelijk (positief) verband bestaat tussen
economische groei en aandelenrendement. Dat is echter niet het geval.

Topbeleggers Warren Buffett ging hier eerder al eens op in. Zo stelde hij eind
1999 dat de Amerikaanse economie in de 17 jaar tussen 1964 en 1981 met maar
liefst 370 procent is gegroeid. De omzet van de bedrijven in de Fortune 500
(de index van de grootste Amerikaanse bedrijven gemeten naar omzet)
verzesvoudigde zelfs. En de Dow Jones-Index voor aandelen? Die bleef in deze
periode totaal onveranderd…

De volgende zeventien jaar (1982-1999) groeide de Amerikaanse economie een
stuk minder. Aandelen echter vertienvoudigden in deze periode in waarde: de
Dow Jones steeg van 875 naar 9.181 punten.

Negatief verband
Uiteraard, bovenstaande vormt slechts een voorbeeld. Maar ook brede,
zorgvuldig uitgevoerde onderzoeken naar de relatie tussen economische groei
en aandelenrendement tonen aan dat er vrijwel geen verband is. En voor zover
er al sprake is van een verband, geldt dat dit eerder negatief dan positief
is. Ofwel: hoe lager de economische groei hoe hoger het rendement van
aandelen.

De keuze aandelen te mijden vanwege de verwachting van lage economische groei
is dan ook eigenlijk enkel gestoeld op een denkfout. Het veronderstelde
verband (lage economische groei = laag beursrendement) blijkt in
werkelijkheid namelijk helemaal niet te bestaan.

Goud niet voor de lange termijn
Een andere veelvoorkomende denkfout is dat nogal wat beleggers
veronderstellen dat goud een prima lange termijn-belegging is. Simpelweg
'omdat goud nu al heel wat jaren in prijs stijgt, terwijl aandelen vrijwel
niets doen'. Goud echter, op lange termijn bezien, is een belegging die tot
geen enkele waardetoename leidt.

Eigenlijk is dat niet zo vreemd. Een klompje goud genereert immers zelf op
geen enkele wijze opbrengsten. Vandaar dat in beleggingstermen wel gesproken
wordt over 'niet-productieve bezittingen'.

Op langere termijn beweegt de goudprijs vrijwel gelijk aan de inflatie. Ofwel,
in termen van koopkracht schiet u met een goudbelegging eigenlijk niets op.

Inflatie en goud gelijk op
Wie de oude koersgegevens opzoekt, zal zien dat voor één ounce
goud in het jaar 1800 19,39 dollar betaald moest worden. Momenteel krijgt u
- met dus de fantastische goudjaren sinds het jaar 2000 achter de rug (!) -
voor dezelfde ounce goud 1.616 dollar. Dat is een gemiddeld jaarlijks
rendement van 2,1 procent. Net genoeg om de inflatie bij te houden, maar
veel meer beslist ook niet.

Voor allerlei andere zaken die net als goud zelf geen opbrengsten genereren,
geldt in grote lijnen hetzelfde. Denk aan beleggingen in andere metalen,
allerlei landbouwgrondstoffen maar ook aan beleggingen in wijn of flessen
sterke drank. Of het beleggen in schilderijen, kunst of onroerend goed.

Prijzen kunnen soms flink boven het inflatieniveau uitstijgen, denk maar eens
aan de Nederlandse huizenmarkt, maar zullen uiteindelijk weer terugkeren
naar het inflatieniveau. Geen van deze categorieën laat op termijn een
rendement zien dat substantieel boven het niveau van inflatie uitkomt.

Aandelen echter doen dat wel. Omdat hier wel sprake is van onderliggende
winsten die door de bedrijven gegenereerd worden. Een bedrag van 100 gulden
(45,38 euro) in 1800 belegd in een gespreide aandelenindex zou vandaag - dus
met de beroerde beursjaren sinds het jaar 2000 meegerekend - 512.000.000
euro waard zijn. Een half miljard dus, oftewel circa 8 procent rendement per
jaar, bestaande uit zowel dividend als koerswinsten.

Lange-termijngemiddelde biedt houvast
En belangrijk om te weten: er bestaat eigenlijk geen enkele reden te
veronderstellen waarom goud en aandelen in de toekomst substantieel van hun
eigen langjarige gemiddelde (reële) rendement zouden afwijken.

Op korte termijn is het best mogelijk dat goud nog flink stijgt. Of aandelen
nog verder dalen. Dat goud net als aandelen een prima lange
termijn-belegging zou zijn, is echter een hardnekkig misverstand.

Zoals je weet, bieden rendementen uit het verleden geen enkele garantie voor
te toekomst. Eeuwenlange gemiddeldes echter bieden beleggers echter wel
degelijke het nodige houvast.

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Lees ook:

Meer
artikelen van Hendrik Oude Nijhuis

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl